In 1984 werkte ik als interieur vormgever en bediende een aantal klanten met kantoren in heel Nederland waarvoor wij showrooms verzorgden, waaronder Rank Xerox, welke vooral bekend was van de kopieermachines. Op het hoofdkantoor wilde Rank Xerox een presentatie voor een bijzondere nieuwe ontwikkeling: Desktop Publishing. Je kon met een apparaat een soort van kopieermachine (laserprinter dus) aansturen en daarmee prachtig verzorgde documenten produceren. Let wel, in 1984 werd nog gewerkt met een keten van professionals als je iets wilde laten drukken: grafisch ontwerpers, zetters, lithografen, koeriers en ga zo maar door. Alles op dat gebied kostte een vermogen. Letraset afwrijfletters waren een oplossing als je niet te veel geld wilde uitgeven aan zetwerk.
Ineens stond daar een machine waar je dat hele dure en ingewikkelde procédé mee kon overslaan. Schaalbare letters in vele uitvoeringen. Foto's waren zomaar tussen teksten te plaatsen zonder tussenkomst van een lithograaf. What-you-see-is-what-you-get noemde men dat. Wat ik op dat moment niet vermoedde was, dat ik naar een revolutie keek en dat het mijn toekomstige vak zou worden... Nog even eerder zag Steve Jobs hetzelfde soort apparaat bij Rank Xerox en ging er wat bijzonders mee doen....
Twee later, omstreeks 1986 was ik voorzichtig bezig op zolder het grafische vak onder de knie te krijgen. Een zwager van mij begon een 'doe-vakantie' bedrijf en had folders enzo nodig. Ik moest zetwerk laten maken en vond een zetter bij mij in de buurt. Hij gebruikte een Apple computer om zetwerk op fotopapier te produceren. Ik had daar al wat over gelezen in een krant en was razend benieuwd naar dat apparaat. Vooral het besturings systeem interesseerde mij. Op een gangbare computer moest je DOS commando's gebruiken wat nou niet écht mijn ding was. Windows bestond toen nog niet.... Ik trok mijn stoute schoenen aan en investeerde een vermogen in een Apple computer en een laserprinter. In die tijd kon je daarvoor ook een luxe keuken kopen.
Adobe was twee jaar vóór de eerste Macintosh opgericht door John Warnock en Charles Peschke. Warnock werkte eerder bij kopieermachine- en printerfabrikant Xerox, maar verliet dat bedrijf om zelf een laserprinter te gaan maken, die moest worden aangestuurd door de PostScript-taal. Steve Jobs wist Warnock ervan te overtuigen om samen de Apple LaserWriter te ontwikkelen.
Het bijzondere van de LaserWriter was niet alleen de ondersteuning van PostScript, maar ook dat het meteen vanuit de doos geschikt was voor gebruik in netwerken, dankzij AppleTalk (een verzameling netwerkprotocollen voor de Apple Macintosh). Systeembeheerders konden meerdere Macs op elkaar aansluiten, zodat de printer gedeeld kon worden door meerdere medewerkers. Dit maakte de LaserWriter interessant; bedrijven hoefden maar één printer aan te schaffen voor de hele ontwerpafdeling. In Cupertino sloot Apple zelf 40 gebruikers per printer aan. Ondanks de hoge prijs was de LaserWriter uiteindelijk toch een goede deal.
Maar alleen aan een printer heb je niet zoveel; je hebt ook software nodig. Paul Brainerd, de man die volgens de overlevering de term desktoppublishing heeft bedacht, hoorde dat Apple plannen had om een laserprinter te maken en zag mogelijkheden op het gebied van drukwerk. De grafische interface van de Mac en de goede afdrukkwaliteit van de printer waren perfect voor drukwerk. Wat nog miste was de benodigde software en die zou Brainerd gaan maken. Hij ging aan de slag met PageMaker vanuit zijn bedrijfje Aldus.
PageMaker was al na 16 maanden klaar: in juli 1985 kon je het op diskette kopen voor $500. Drukwerk was in die periode nog een belangrijke manier om informatie te verspreiden. Pas tien jaar later zou iedereen massaal het internet op gaan. PageMaker ging van start op de Mac en dat leidde ertoe dat de Mac het belangrijkste platform werd voor digitaal creatief werk. Later zou PageMaker ook verschijnen op Windows, maar de meeste ontwerpers hadden toen al voor de Mac gekozen.
PageMaker hield de toppositie niet vol. Eind jaren negentig was QuarkXPress uitgegroeid tot dé standaard om tijdschriften en ander drukwerk vorm te geven. Aldus was in 1994 al opgeslokt door Adobe, dat nog steeds PostScript maakte. Concurrent Quark groeide zo onstuimig, dat het bedrijf in 1998 plannen had om Adobe over te nemen. Het bleek grootspraak, want Adobe was veel groter en de overname ging uiteindelijk niet door.
QuarkXPress behoort nu bij de dinosauriërs, grafisch vormgevers zijn overgestapt naar Adobe’s InDesign en gebruiken meestal het hele Creative Suite pakket met o.a. Adobe illustrator en Photoshop. Het was dus de voorsprong op typografisch gebied waarom Apple nu nog steeds zo populair is bij grafische vormgevers en andere creatievelingen want 30 jaar later ben ik nog steeds een tevreden gebruiker!